Faeton Moraga 980
Cascais, Portugal (PT)
De blauwe haai (Prionace glauca) is een pelagische vis die hoofdzakelijk kleine vis en calamar eet. Soms staan ook grotere dieren op het menu. Zijn habitat is zo goed als alle oceanen en zeeën ter wereld, met dieptes van minstens 300m.
Deze haai wordt voornamelijk driftend met natuurlijk aas gevangen. Zorg voor een stevige onderlijn omdat die anders snel doorgebeten wordt door de vlijmscherpe tanden.
De blauwe haai is een bijna bedreigde diersoort (near-threatened species), laat de vis dus in perfecte condities weer vrij nadag je 'm gevangen hebt.
De Albacore, ook bekend als witte tonijn is meteen herkenbaar aan z'n lange borstvinnen. Daarom wordt hij in het latijn Thunnus alalunga wat letterlijk langvleugel tonijn betekend. De grootste exemplaren worden zo'n 1,40m lang en tot 40 kg zwaar.
De blauwbaars (Pomatomus saltatrix), ook gekend onder de engelse benaming bluefish, is bij sportvissers zeer gekend. Ze zorgen voor een stevige dril met heel wat spectaculaire sprongen. De blauwbaars heeft enorm sterke kaken met vlijmscherpe tanden. De grootste exemplaren kunnen een meter lang zijn en meer dan 10kg wegen.
De blauwe marlijn (Makaira nigricans) is waarschijnlijk de meest begeerde sportvis ter wereld. Deze gigantische vechter aast voral over dag op vis, inktvis en calamar. De blauwe marlijn wordt over het algemeen slepend met kunstaas of dood natuurlijk aas (bonito, makreel...) gevangen.
De goudmakreel (Coryphaena hippurus) is ook gekend als mahi mahi of dorado. Ze zijn makkelijk herkenbaar aan hun afgeplatte kop, de lange rugvin en hun felle kleuren: donder blauw en groen op hun rug en geel op de zijkanten.
De grootoogtonijn (Thunnus obesus) ook gekend als bigeye tuna maakt deel uit van de tonijnfamilie, net als de blauwvin tonijn, geelvin tonijn of de albacore. Hij kan langer dan 2 meter worden en 200kg zwaar worden. Deze pelagische vis is op hoge zee vooral slepend te vangen in subtropische en tropische zeeën (maar niet in de Middellandse Zee)