Indien men vanaf een boot vist op Tenerife is dit meestal verankerd, maar soms vist men ook driftend. Vissen op Tenerife wordt gekenmerkt door een zeer divers scala aan vissoorten: de meest voorkomende soorten zijn de sar, mojarra, cabrilla en brecas, gevolgd door tandbrasem, paarse tandbrasem, sama roquera, chopas en verschillende soorten murenen. In diepere wateren kan men de breca, zeebrasem en de Schorpioen vis vinden, maar ook grotere roofvissen zoals tandbaars, abae of wrakbaars.
Slepend vissen langs de kust wordt gedaan met licht materiaal. Met kunstaas kan men bonito (ook sierra genaamd door de plaatselijke bevoling), barracuda, bluefish, skipjack tuna en wahoo vangen. Op grotere diepten, en als het kan met natuurlijk aas, kunnen er grote exemplaren paarse tandbrasem, tandbrasem of amberjack worden gevangen.
Het big game vissen op Tenerife wordt meestal tijdens de zomermaanden beoefend, dan wordt het eiland bezocht door de blauwe marlijn, witte marlijn en verschillende soorten tonijn (geelvintonijn, grootoogtonijn, albacore, enz.). Met deze methode is het ook mogelijk om goudmakreel en wahoo te vangen.
Jigging is op Tenerife ook een zeer effectief manier om vis te vangen. Op rotsachtige bodems en bij steile oevers laten we de jigs op een diepte van 70 m tot 150 m vallen om grotere exemplaren amberjacks, paarse tandbrasem, tandbrasem en tandbaars te vangen. Met kleiner kunstaas kan ook red snapper, barracuda en bonito worden gevangen. Er zijn interessante visgebieden bij Los Gigantes in het westen van het eiland.
TOP SOORTEN
Blauwe marlijn: op Tenerife wordt de blauwe marlijn gevangen door slepend te vissen met kunstaas in de vorm van bijvoorbeeld een Octopus. Deze blauw marlijn bevindt zich meestal in wateren met grote diepten, d.w.z. vanaf de 500 meter. De beste tijd voor de Blauwe Marlijn is van juni tot oktober.
Witte marlijn: deze soort zwemt meestal in kleine scholen in wateren van meer dan 100m diepte. De witte marlijn voedt zich met allerlei soorten vissen zoals ansjovis, sardine, makreel en octopus. De beste tijd voor de witte marlijn is van juni tot oktober.
Amberjack: van november tot januari nemen grote amberjacks (30-50 kg) - medregales zoals ze ze in de Canarische eilanden noemen - de plaats van de spitsneuzen over aan de top van de trofische piramide. Tijdens deze maanden kan men in ideale omstandigheden met levend aas op een rustige zee vissen met temperaturen tussen 23 en 25 °C. Om succesvol met levend aas te vissen moet de boot een kapitein hebben die deze techniek tot in de perfectie beheerst. Over het algemeen wordt er als aas inktvis, bonito of barracuda gebruikt (tot wel 1 meter lang!).
Tonijn: het vissen op de grootoog tonijn, blauwvin tonijn en Albacore op Tenerife is hoofdzakelijk tijdens de maanden februari, maart en april.
Tandbaars: de beste manier om deze vis te vangen is driftend of slepend vissen met behulp van natuurlijk aas (inktvis, makreel...). Ook door middel van jigging kan deze soort worden gevangen. Zodra hij heeft gebeten is het belangrijk hem weg te houden van de zeebodem, als hij de kans krijgt probeert hij in een gat te komen, het is dan vrijwel onmogelijk om hem eruit te krijgen!
11,00 m
8
